
En nu vrede?
De vrede van Versailles
In januari 1919 begonnen de GEallieerden hun onderlinge onderhandelingen over de vredesverdragen met Duitsland. Oostenrijk- Hongarije en het Turkse Rijk: de Vredes van Parijs. In juni ondertekende Duitsland de Vrede van Versailles, waar zij eerder in 1871 de Fransen een vrede hadden laten ondertekenen.
De Duitsers kregen te maken met gebiedsverliezen: Elzas- Lotharingen en Saarland gingen naar Frankrijk.
Eupen en Malmédy aan België
noordelijk Sleeswijk- Holstein aan Denemarken.
En Polen kreeg een eigen land met grote gebieden van het voormalige Oost- Pruisen. Plus de oostzeehaven en Gdanks.
Duitsland verloor ook al haar koloniën.
Duitsland mocht geen tanks, oorlogsgassen, grensversterkingen, marine of luchtmacht bezitten en het landleger moest worden verkleind naar 100 000 manschappen.
Herstelbetalingen voor oorlogsschade moesten worden betaald aan de geallieerden.
Schuldvraag: Duitsland.
Handhaving van de vrede: de oprichting van de Volkerenbond.
Veelvolkerenstaten opgesplitst
De Dubbelmonarchie Oostenrijk- Hongarije, Duitsland en het Turkse Rijk waren van het toneel verdwenen. Aan hun veelvolkerenstaten was een einde gekomen.
Oostenrijk- Hongarije werd opgesplitst in de zelfstandige staten Oostenrijk, Hongarije en Tsjecho- Slowakijke. Op de Balkan ontstond er een nieuw land genaamd Joegoslavië.
Rusland was al verkleind door de vrede van Brest-Litovsk. Finland, Estland, Letland, Litouwen en Polen werden onafhankelijke staten. Alle grote gebieden die Duitsland dus had veroverd op Rusland werden nu onafhankelijk van beide landen.
Het Ottomaanse rijk werd verkleind tot het huidige Turkije en verloor alle gebieden in het Midden- Oosten. De Volkenbond wilden deze gebieden "opvoeden" tot zelfstandigheid. Engeland kreeg de mandaatgebieden Palestina, Egypte en Irak. Frankrijk kreeg Syrië en het huidige Libanon. Dat was zuur voor de Arabische nationale beweging, die door de geallieerden was opgeroepen tot opstand tegen de sultan, in ruil voor de belofte van zelfstandigheid. DE enige Arabische staat die gesticht werd was het koninkrijk Saoedi- Arabië(1920). De grenswijzigingen bezorgden 60 miljoen mensen een eigen staat, maar er kwamen ook 25 miljoen "minderheden" binnen de veranderende landsgrenzen bij.